Marianne - Rugspecialist, Fysiotherapeut
Ik wilde niets anders dan fysiotherapeut worden
Toen ik ongeveer zeventien jaar was, wist ik dat ik fysiotherapeut wilde worden. Ik was ermee in aanraking gekomen tijdens het turnen en ging recht op mijn doel af. Ik volgde de opleiding, studeerde af en ben vanaf 1989 werkzaam in de praktijk.
Onophoudelijke ontwikkeling
Ik ben me altijd blijven ontwikkelen. Omdat ik het vak interessant vind, en omdat ik daardoor meer voor mijn patiënten kan doen. Niet elke methode past bij iedereen, dus je moet als behandelaar meer mogelijkheden hebben. Zo volgde ik onder andere cursussen in Cyriax, manuele therapie en oedeemtherapie.
Verdieping van het werk, specialisatie in langlopende klachten
Ik werkte op verschillende afdelingen in een ziekenhuis. En ik werkte in de reguliere praktijk. Zodoende nam mijn kennis en ervaring in de reguliere praktijk toe en specialiseerde ik me in het werken met chronische klachten. Mensen die lijden onder aanhoudende pijn, vermoeidheid of die problemen hebben met hun leefstijl. Mensen die zich minder makkelijk staande houden in de maatschappij. Mensen met vaatklachten of bijvoorbeeld etalagebenen.
Bij veel van deze klachten werk ik met psychodynamische therapie; gericht op lichamelijk én geestelijk herstel.
Aandacht voor jou
Een goed fysiotherapeut kan goed luisteren. Het is belangrijk om te weten wat je klacht is én wat die klacht voor je betekent. Hoe het je beperkt. Wat je verwacht van je herstel. Wat je mogelijkheden zijn om aan dat herstel te werken. Dat is voor iedereen anders.
Ervaring helpt
Hoe meer mogelijkheden je als fysiotherapeut hebt, hoe beter je kunt meebewegen met de behoefte van je patiënt. Ervaring helpt. Terugkijkend merk ik dat mijn trefzekerheid is toegenomen. Met een snelle verkenning op intuïtie, een gezonde dosis mensenkennis en net dat beetje meer rust en vertrouwen om door te vragen. Diezelfde rust en ervaring geven me de ruimte om mensen door te verwijzen wanneer ik niet de aangewezen persoon ben.
Altijd aandachtig blijven
Ik noem mijn werkstijl ‘onderzoekend behandelen’. Oftewel: ik staar me niet blind op de eerste diagnose. Ik blijf luisteren naar wat je te vertellen hebt. Ik blijf kritisch op je herstel en op mijn eigen werk.
Dat doe ik om zeker te weten dat het werkt. Je moet wel iets met de behandeling opschieten. Bovendien is het complex; meer dan een gewricht bijstellen hier en een spier losmaken daar. Je klacht heeft ook na de intake en diagnose aandacht nodig.
Dichtbij de patiënt, met professionele aandacht
Patiënten waarderen die aanpak. De vertrouwdheid, zich gehoord voelen, merken dat er echt contact is en dat er tijd is om door te vragen. De aandacht voor het mechanische en je gevoelens, gedachten, gedrag en omstandigheden: het werkt. Hoewel het soms best snel kan gaan, is de behandeling nooit een quick-fix. Je zult merken dat je wezenlijk geholpen bent.
Ik help je graag op weg
Het geeft me voldoening als ik je kan helpen de draad weer op te pakken. Soms zijn de kleinste stapjes daarin al heel hoopgevend. Dat je weer vertrouwen krijgt in je lichaam. Dat je weer merkt wat je kunt. En de energie die je daar van krijgt. Voor mij is dat prachtig.
